Een van de belangrijkste doelstellingen van regelgeving voor productbeheer is om fabrikanten prikkels te geven om bij het ontwerpen en vervaardigen van producten rekening te houden met de milieu-impact van ervan gedurende hun gehele levenscyclus, vooral wanneer ze later worden weggegooid.

Het is belangrijk om de verschillen in de terminologie te begrijpen: Niet alles wat recyclebaar is, is tegelijk ook composteerbaar. Laten we wat duidelijkheid brengen in de jungle van de terminologie:

Recyclebare lijmen

Niet de lijm zelf moet gerecycled worden, maar hij mag het recyclingproces niet ongunstig beïnvloeden. Als de gedefinieerde grootte (1,6 x 1,6 mm), laagdikte (120 µm) en verwekingspunt (> 68 ° C) worden aangehouden, kan elke hotmelt geclassificeerd worden als compatibel met recycling.

 

Biologisch afbreekbaar - afbraak van een stof door biologische activiteit

Een stof is biologisch afbreekbaar wanneer micro-organismen zoals bijv. bacteriën hem afbreken. Er wordt niet gespecificeerd dat de stof niet binnen een bepaalde tijd afgebroken moet zijn! De mate van biologische afbreekbaarheid van een kunststoffen voorwerp hangt naast de speciale kunststofsamenstelling ook af van de oppervlak-volume-verhouding van het product, bijv. de materiaaldikte.

Composteerbaarheid

“Composteerbaar” is een gestandaardiseerd begrip en betekent dat micro-organismen de kunststof in een composteerinstallatie en dus in een door mensen gecontroleerd proces binnen korte tijd kunnen afbreken.

Industriële composteerinstallatie:

Bij ca. 60 °C binnen 12 weken tot 90 % afgebroken. Dat betekent: Na 12 weken composteren mag niet meer dan 10 % residu ten opzichte van de originele massa in een 2 mm zeef achterblijven.

Tuincompost:

Decomposition within 12 months at approx. 30 °C.

12 weken in de industriële composteerinstallatie


12 maanden in de compost thuis

Biobased - afkomstig van biomassa

Het begrip “biobased kunststof” is niet beschermd en daarom bestaat er ook geen wettelijk minimumaandeel dat voor het gebruik van het begrip nodig is.

Er zijn echter twee verschillende vrijwillige certificeringssystemen, waarbij verschillende logo’s worden verstrekt, afhankelijk van het aandeel koolstofatomen in het product die van de biologische oorsprong zijn. Er kan onder andere een certificering via het instituut DIN CERTCO aangevraagd worden.

Bij de DIN CERTCO-certificering wordt onderscheid gemaakt in drie kwaliteitsniveaus (20-50%, 50-85% en> 85%), elk met een eigen logo waarop het niveau ook wordt vermeld.

Er wordt gecontroleerd of de hotmelt bijvoorbeeld een bepaald aandeel hernieuwbare grondstoffen bevat. Een hernieuwbare grondstof is een grondstof die ontstaat in een tempo vergelijkbaar met dat waarmee hij verbruikt wordt. Het aandeel wordt als waarde in procenten aangegeven.

ISO 16620-2:2019 regelt de bepaling van het biobased koostofaandeel in kunststoffen producten, polymeren en additieven.

Biobased kunststoffen kunnen biologisch afbreekbaar zijn, maar zijn het vaak niet. Omgekeerd zijn biologisch afbreekbare kunststoffen niet noodzakelijk ook biobased.